Guus van Holland (1948) wordt geboren in Bennekom, groeit op in een gereformeerd gezin, gaat naar de School met den Bijbel en doet daarna de HAVO. Hij maakt als 17-jarige zijn debuut in het eerste van voetbalclub VV Bennekom, maar wordt voor het jeugdinternaat van Go Ahead Eagles niet goed genoeg bevonden en afgewezen.
Rond zijn 26ste houdt hij het als voetballer voor gezien, wordt verliefd en komt dankzij zijn toenmalige vriendin in de journalistiek terecht. Zijn liefde ontdekt in hem een schrijver, omdat hij meer dan wat ook in het leven daar zijn ziel en zaligheid in legt. Na een sollicitatie bij de sportredactie van de Volkskrant, neemt chef-sport Ben de Graaf hem aan als bureauredacteur en "omdat hij wellicht van grote betekenis kan zijn voor het redactie-elftal".
In 1978 debuteert Van Holland als verslaggever in de Tour de France. Deze wielerronde zal hij in totaal zestien keer volgen en verslaan. Zijn stijl verandert van altijd kritisch, naar vooral inlevend. Analyses en menselijke interviews worden zijn handelsmerk. Dat laat hij ook zien in de verslaggeving van voetbal, ijshockey, judo en wintersporten. Zijn verhalen getuigen van psychologisch inzicht en ook gaat hij zich nog al eens te buiten aan filosofische beschouwingen. In het zomerseizoen doet hij wielrennen, met wereldkampioenschappen en klassiekers als belangrijkste evenementen. In de winter verslaat hij voetbal, met veel Europacupwedstrijden en uiteraard, schaatsen en de Winterspelen.
Rond zijn 40ste houdt Van Holland het voor gezien bij de Volkskrant en stapt over naar NRC-Handelsblad. Daar wil men de sportpagina’s meer aanzien geven en uitbreiden. Hij krijgt alle vrijheid en ruimte om zijn eigen stijl en verhalen te laten zien, waarbij hij zich journalistiek specialiseert in het voetbalmétier. Zo volgt hij een paar jaar het Nederlands elftal en ziet hij Ajax in Wenen de Champions League winnen en een jaar later in Rome de finale van Juventus verliezen. Hij wordt uitgezonden naar de wereldkampioenschappen, maar kiest ervoor in de luwte van de Oranjegekte de buitenlandse elftallen te volgen. Zo is hij getuige van de WK-finales in 1994 en 1998.
Rond 2000 stemt hij er - met tegenzin - in toe chef van de sportredactie te worden. Dat wordt inderdaad geen succes: hij is meer schrijver dan manager. Na vijf jaar stort hij in en krijgt zijn tweede burn-out in tien jaar. Hij raakt steeds meer geboeid door vragen als: Waarom doen mensen aan sport? Wat beweegt hen? Welke zin vinden zij in sport? Hij wordt geraakt door het boeddhisme en een paar jaar voor zijn pensioen houdt hij het als sportjournalist voor gezien. Lichamelijk en geestelijk is hij opgebrand. Hij stopt ermee, maar schrijft nog wel op zijn weblog en voor websites zoals 'Vrienden van het Boeddhisme'.
Sport volgt hij nog nauwelijks. Wel breidt hij zijn gevoelsleven uit door het boeddhisme in al zijn vormen te bestuderen en vrijwel dagelijks te mediteren. Zo gaat hij binnenkort naar een stilte-retraite in Frankrijk, in de hoop alsnog antwoorden te vinden op de vraag waarom sport zo’n belangrijke plaats in zijn leven heeft ingenomen. Was het zijn eigen, innerlijke strijd over de zin van het leven? Of iets heel anders? Vragen die hij vaak aan sporters heeft gesteld, maar waar hij nooit een bevredigend antwoord op heeft gekregen. Nu hijzelf nog.
Guus is 29 jaar getrouwd en heeft een pleegzoon.
Muzieklijst van Guus van Holland.