Merlijn Twaalfhoven, componist en cultureel ondernemer, wil de wereld redden. We lijden aan een idealencrisis, schrijft hij in zijn onlangs verschenen boek 'Het is aan ons'. Daarin roept Twaalfhoven iedereen op om de kunstenaar in zichzelf wakker te kussen, een tegenbeweging te vormen in een door efficiëntie, geld, en de illusie van eeuwige groei gedreven samenleving. Zelf besefte hij op een bepaald moment: ik kan niet overal tegelijk zijn. En dus werd hij van altviolist en componist ‘creatief onderzoeker van maatschappelijke problemen’, leider van een revolutie met de ‘kunstenaarsmindset’ als wapen.
Grenzen doorbreken
Merlijn Twaalfhoven (1976) groeit op in Drenthe, omringd door muziek. Zijn vader maakt blokfluiten voor topmuzikanten, zijn moeder geeft dwarsfluitles aan kinderen. De jonge Merlijn gaat naast altviool, ook compositie studeren aan het Conservatorium van Amsterdam en wordt een uitzonderlijke componist, die de grens tussen de vaak strikt gescheiden werelden van muzikanten en publiek wil doorbreken. Hij blinddoekt concertgangers, of stuurt ze eerst langs visagie en kapper voordat ze via het podium de zaal betreden. Twaalfhoven wil mensen die een concert bezoeken ‘verlossen’ uit hun passieve rol, hen deelgenoot te maken van het muzikale werk. Hij organiseert concerten op een vliegveld of in de duinen of op een scheepswerf waar machines meedoen in het stuk. Hij brengt recensenten in verwarring als hij duizend mensen laat zingen in Carré: is dit amateurkunst, een statement, of toch kunst met een grote K? Grote namen uit de wereld van topmuziek ontbreken niet op Twaalfhovens lange staat van dienst. Zo werkt hij samen met het wereldberoemde Kronos Quartet, dat een stuk van hem opvoert in de Carnegie Hall, met zo’n veertig muzikanten die in plaats van op het podium in de zaal staan en doet hij een recordpoging met een stuk voor meer dan honderd fagotten op het prestigieuze Holland Festival.
Impact
Maar wat Twaalfhoven het meest fascineert over wat kunst vermag, zijn de muzikale ontmoetingen in vluchtelingenkampen, sloppenwijken en conflictgebieden zoals Bosnië, Jordanië, Syrië, en Palestina. Zo staat hij in 2005 op Cyprus, waar vierhonderd mensen muziek maken aan weerszijden van de bufferzone tussen Turkije en Griekenland. ‘De impact daarvan was zó groot, dat me opeens een gevoel van verantwoordelijkheid bekroop,’ zegt hij in een interview. Ook de momenten waarop dingen juist niet volgens plan verlopen maken indruk. Kunst, zo beseft Twaalfhoven, staat buiten de orde van politiek, bedrijfsleven, wetenschap en media – en is daarom juist in staat om licht te laten schijnen op wat van belang is, schrijft hij in 'Het is aan ons'.
Faalruimte
Het leidt in 2017 tot de oprichting van de Turn Club, ‘om een brug te slaan tussen kunst, zelfstandige professionals, organisaties en maatschappelijke vragen’. We hebben, naast de creatieve blik van de kunstenaar, ook faalruimte nodig, stelt Twaalfhoven. Tijdens het begin van de coronacrisis, de lockdown in het voorjaar van 2020, richt hij de Academie voor Onzekerheidsvaardigheid op, om samen met andere kunstenaars, zoals theatermakers Marjolijn van Heemstra en Bright O. Richards scholieren te leren omgaan met de onzekerheid die deze tijd met zich mee brengt. ‘Mensen hebben het gevoel dat ze niet meer mogen mislukken, vermijden risico’s en gaan twijfel uit de weg. Terwijl twijfel juist hét medicijn is in een te snelle, overdreven efficiënte tijd. Het vertraagt’, aldus Twaalfhoven in Trouw.
Merlijn Twaalfhoven is getrouwd en woont met zijn vrouw en twee kinderen in Amsterdam. Voor zijn werk ontvangt hij in 2011 een Unesco-award en in 2015 wordt hij genomineerd voor de Amsterdam Prijs voor de Kunst. Naast zijn werk voor de Turn Club houdt hij zich ook bezig met de Sociaal Creatieve Raad, een raad van vijftig vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke netwerken die samen met kunstenaars en ontwerpers het post-corona tijdperk willen vormgeven.
Samenvattend
Opinieartikel over 'Het is aan ons' in het Dagblad van het Noorden.
Muzieklijst van Merlijn Twaalfhoven.