Zij werd geboren onder het strenge communistische DDR-regime. Vader geloofde heilig in de 'heilstaat', moeder geloofde tegengesteld en ging het verzet in. Haar naam: Eva Pieper. Zij groeide op met de leugen als levensles en het aanbrengen van 'vijanden van de staat'. Via een 'schijnhuwelijk' vluchtte zij naar Nederland en bouwde hier een nieuw leven op.
Coach, theaterregisseur, vertaler en trainer Eva Pieper (Oost-Berlijn, 1956) voelde zich in haar jeugd een ‘collectief kind’. In de Deutsche Demokratische Republik (DDR) hadden haar ouders in haar eerste levensjaren geen tijd voor haar. Als baby werd ze ondergebracht bij haar oma op het platteland, en daarna moest ze zoals vele DDR-kinderen naar een weekinternaat. Als kleine peuter zag ze haar ouders alleen op zondag. Eva’s moeder had zich, als een van de weinige kinderartsen in de DDR, ontfermd over vele kinderen die haar hulp nodig hadden. Haar dochter was, in Eva’s ervaring, slechts één van hen.
Zo begint het leven van Eva Pieper in de ‘heilstaat’ Oost-Duitsland. Haar ouders, die in eerste instantie beiden heilig geloofden in het communistische ideaal na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, namen al gauw ieder een andere afslag. Vader, theoloog en jurist, volhardde in de gedachte dat de jonge republiek ‘meer tijd’ nodig had om tot volle glorie te komen, terwijl moeder zich verzette tegen de dwang van de staat, onder anderen door in het geheim dissidente schrijvers uit te nodigen bij haar thuis. Ze scheidden toen Eva drie jaar oud was.
Liegen
De jonge Eva verzette zich, zoals haar moeder, tegen het keurslijf waarin ze, soms letterlijk in de vorm van een uniform, gedwongen werd. Al vroeg kreeg ze door hoe mensen tegen elkaar werden opgezet, en ze leerde te liegen. ‘Ken jij dat meisje dat een paard op kan tillen?’ vroeg eens een kind aan haar. Natuurlijk kende Eva Pippi Langkous uit de boeken die ze thuis las, maar omdat het verboden literatuur was slikte ze haar antwoord in en zei ‘nee’. Ook tegen haar vader kon ze niets vertellen over wat ze thuis, bij haar moeder, meemaakte. Hij hertrouwde met een vrouw die Eva omschrijft als ‘zachtaardig, maar zeer hard tegen ‘vijanden van de staat’.’
Op het gymnasium zat Eva in de klas met kinderen van Stasi-mensen en legerofficieren. Haar moeder werd er gebombardeerd tot ‘afgevaardige socialistische huiselijke opvoeding’, een poging om haar verzet te smoren of aan het licht te brengen, wie zal het zeggen. Maar haar moeder ging ver om haar geweten schoon te houden, vertelt Eva: ze moest een keer iemand uit de klas aangeven, maar om dat te ontlopen heeft ze zich aan haar galblaas laten opereren, terwijl dat niet nodig was.
Eva raakte steeds meer betrokken in dissidente kringen. Dat viel op, en herhaaldelijk probeerde de Stasi haar als informant te werven. In een interview met de, later omstreden, schrijver Joost Niemöller, voor het boek ‘Over de muur. Oostduitse levensverhalen’ (1991), vertelt Eva: “Ik werd uitgenodigd in het theater, op de personeelsafdeling. Ik dacht eerst nog dat het wel gewoon een contractbespreking zou zijn. Maar er waren twee heren die erg vriendelijk met mij koffie gingen drinken en toen zeiden dat ze wisten dat ik erg veel mensen kende, en dat het voor hen best heel interessant was om te horen waar die mensen over spraken. Het ging niet om vertrouwelijke informatie. Nee, gewoon alleen een globaal beeld. Ik zei dat ik dan zeker ook aan m’n vrienden kon vertellen dat ik die informatie doorgaf. Nee, dat kon niet. Ik probeerde me zo naïef mogelijk voor te doen. Ging roepen dat ik m’n ziel toch niet kon verkopen. En toen kwam het op een punt dat ze zeiden: ’Je wilt toch studeren?’ (…) We hebben toen twee keer een huiszoeking gehad. Dan worden gewoon je dagboeken meegenomen waarin je als een beetje grote puber hebt geschreven op wie je erg verliefd bent, maar ook hoe je je meer maatschappelijk geraakt voelt. Je bent openhartig geweest over anderen en graaft voor hen een graf. Dat is een enorme vernedering geweest.”
Schijnhuwelijk
Omdat ze bleef weigeren anderen te verlinken, keerde de staat zich tegen haar. Eva wilde het theater in, maar mocht als straf voor haar rebelse gedrag niet studeren, of werken. Als ultieme poging om haar op het ‘rechte pad’ te krijgen werkte ze nog een jaar in het ‘proletariaat’, in een bierbrouwerij, maar het mocht niet baten. Eva: ‘“Je bent ideologisch ongewenst verklaard,” zei iemand tegen mij.’ Dat betekende: vluchten of de gevangenis in. Maar in 1978 bood de staat haar een uitweg. Als ze zou trouwen met een buitenlandse kapitalist mocht ze vertrekken uit de DDR. Via-via werd er een Nederlandse dienstweigeraar geregeld, met wie ze, zonder hem te kennen, trouwde. Ze had vijf dagen om afscheid te nemen in Berlijn. En zo kwam Eva Pieper als 22-jarige, met slechts een rugzakje als bagage, in Nederland aan. Daar kon ze alsnog de theateropleiding doen.
Met de dienstweigeraar is het niets geworden, en de eerste tijd in Nederland, waarin Duitsers nog naar hartenlust uitgescholden werden voor ‘mof’, voelde niet als een warm bad. Maar hier merkte ze dat represailles uitbleven als ze zei wat ze dacht, en dat liegen achterwege kon blijven. Toen ze later als theaterregisseur, vlak voor de val van de muur, terugkeerde naar Oost-Duitsland, besefte ze: hier hoor ik niet meer. Sindsdien werkte ze als regisseur, dramaturg en speldocent bij verschillende theatergroepen en vertaalde ze Nederlandse en Vlaamse toneelschrijvers naar het Duits. Tegenwoordig is Eva Pieper werkzaam als coach, presentatie- en communicatietrainer en trainingsacteur. Niet toevallig is non-verbale communicatie, het lezen van de ander, één van haar specialisaties. Want als je wil weten wat iemand écht vindt, dan moet je letten op zijn lichaamstaal – niet op zijn woorden.
De muzieklijst van Eva Pieper.